de weerzin schimmel-schommelt naar de goesting weer
het is een winkel-wankel zicht op tover van weleer
het drempelvocht slaat blauw uit in het ochtendgloren
haar stem wordt overspoeld, die stee is zwelgende verloren.
tin tin kling-klangt heur tong nog een mengsel koper-zink.
een grijze kompel snuift het grauw en spuwt het weer de
koepelramen in van basilieken. maar, waar wij verkeerden
draait elk glanzen tastbaar weg uit ogen nu: niet weerklinkt
enige zang van vogels, niet stijgt hoog de lust in de lust.
zij nochtans met mij heeft ooit nog in de enterprise gekust.
elle ronflait près de mon klingon rod dat zij vol bea’mde
elle etait mon meilleur set de publi-beenderen, priceless geraamte
van dichter op dichter behangen met puur geil van pastoors. ‘you
spoke my word from dusk till dawn and then you broke yours’.
4-5/06/2009 -rev. 15/10/2019
